Bargoens

Bargoens is een sociale taalvariatie en een minderheidstaal die in Nederland tot de eerste helft van de twintigste eeuw werd gehanteerd door voornamelijk daklozen, zogenoemde landlopers, rondtrekkende handelaren, (markt)kooplieden, kermisexploitanten en onderwereldfiguren.[1] In de volksmond wordt hierdoor dikwijls gesproken van een dieventaal of geheimtaal. Bargoens begon dan ook als anti-taal. Inmiddels is het Bargoens zo ingeburgerd dat van een 'onverstaanbare taal' nauwelijks nog sprake is.

Overigens is het Bargoens in de technische zin geen volledige taal, aangezien het geen eigen klank- en vormleer en syntaxis kent.[2] Desondanks wordt het met een hoofdletter geschreven, aangezien het als een eigennaam wordt beschouwd.[3]

  1. Nicoline van der Sijs, Etymologica - Woordvorming in het Bargoens. dbnl.nl (2002). Geraadpleegd op 11 oktober 2022.
  2. Enno Endt. Een taal van horen zeggen. Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969, p. 94.
  3. Paul van Hauwermeiren. ‘Bargoens, een ‘taal’ met vele namen.’ In: Taal & Tongval, 56, 2004, p. 161.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy