Walrusivoor wordt gebruikt voor het maken van gebruiksvoorwerpen en kunstige gegraveerde afbeeldingen. Het is afkomstig uit een van de twee ivoren boventanden van een walrus. De walrustanden van pacifische walrussen (Odobenus rosmarus divergens) kunnen een lengte van een meter bereiken. Het ivoor van walrussen heeft een zeer harde laag secundaire dentine (vaak osteodentine genoemd) en is daardoor moeilijker te bewerken dan bijvoorbeeld olifantivoor.
Walrustanden zijn meestal rond en onregelmatig van vorm. De top heeft een glazuurlaag, die wegslijt tijdens de jeugd van de walrus. Vanuit het cementum doordringen kleine breuken de dentine over de hele lengte van de tand. Dwarsdoorsneden van walrustanden zijn meestal ovaalvormig met breedvormige inkepingen. De dentine bestaat uit een primaire en een secundaire laag. Primaire dentine heeft het klassieke aanzicht van ivoor, terwijl secundaire dentine lijkt op marmer of havermout.[1]