De 10.000 meter is in de atletiek het langste loopnummer op de atletiekbaan dat een vast onderdeel is van alle nationale en internationale kampioenschaptoernooien. Dat wil niet zeggen dat er op de atletiekbaan in wedstrijdverband geen langere afstanden worden gelopen. Op incidentele basis worden soms ook nummers als de 20.000 m en de uurloop bij vooraanstaande baanatletiekwedstrijden verwerkt. Over het algemeen worden deze nummers in de wedstrijdprogramma’s opgenomen om atleten de gelegenheid te geven om bestaande nationale en/of wereldrecords aan te vallen.
De 10.000 meter dient in exact 25 ronden te worden gelopen; de standaardlengte van een atletiekbaan bedraagt namelijk 400 meter. Start en finish van dit atletiekonderdeel vinden dus op de finishlijn plaats.
Aangezien er ook op de weg veel wedstrijden worden georganiseerd met afstanden variërend van 10 km t/m de marathon en de nationale en internationale atletiekorganisaties hier ook officiële records in erkennen, wordt in de recordlijsten onderscheid gemaakt tussen gevestigde records op de baan en op de weg door baanrecords in meters weer te geven (bijvoorbeeld 20.000 m) en wegrecords in kilometers (bijvoorbeeld 20 km).
Bij de Olympische Spelen staat het nummer bij de mannen sinds 1912 op het programma, bij de vrouwen sinds 1988.