De 17e dynastie (ca. 1640-1550 v.Chr.) was gevestigd in de zuidelijke stad Thebe. De stichter van deze lijn was Rahotep. Tijdens de regering van de Hyksos wisten de vorsten van Thebe zich in het zuiden te handhaven. Hoeveel koningen precies geregeerd hebben tijdens de 17e dynastie is niet helemaal duidelijk, omdat de bronnen elkaar tegenspreken. De graven van acht koningen zijn in Thebe gevonden, maar mogelijk waren er tien of zelfs vijftien vorsten en vorstinnen.
Aanvankelijk volgden de Thebaanse koningen een vredespolitiek ten opzichte van hun machtige noorderburen. Onder Antef VII was het Thebaanse rijk duidelijk in kracht aan het toenemen. Zijn opvolgers braken met de Hyksos en zo begon een strijd om de macht die geruime tijd zou duren en die uiteindelijk met gehele uitdrijving van de Hyksos beslecht zou worden door Ahmose I, de grondlegger van de 18e dynastie van Egypte.