ABVD is een combinatiechemotherapie die wordt gebruikt als eerstelijnsbehandeling van de ziekte van Hodgkin. De naam is een afkorting van de geneesmiddelen (cytostatica) die onderdeel zijn van het therapieschema.
Middel | Dosis | Toepassing | Toediening |
---|---|---|---|
Adriamycine | 25 mg/m² | Intraveneus | Dag 1 en dag 15 |
Bleomycine | 10 mg/m² | Intraveneus of intramusculair | Dag 1 en dag 15 |
Vinblastine | 6 mg/m² | Intraveneus | Dag 1 en dag 15 |
Dacarbazine | 375 mg/m² | Intraveneus | Dag 1 en dag 15 |
ABVD wordt toegediend in een cyclus van 28 dagen verdeeld in twee delen van 14 dagen, waarbij de patiënt deel A van de cyclus krijgt toegediend op dag 1 en deel B op dag 15. De medicatie is bij beide delen hetzelfde. Op dag 29 wordt de cyclus herhaald. Voorafgaand aan ieder deel van de cyclus (delen A en B) controleert de arts het bloed van de patiënt. Wanneer het bloedbeeld onvoldoende is hersteld, wordt de behandeling uitgesteld voor minstens één week.
Afhankelijk van het stadium van de ziekte wordt dit schema toegediend in 2, 3 of 4 (bij stadium I, II of III), of 6 of 8 cycli (bij stadium III en IV). De effectiviteit van de behandeling wordt na enkele cycli bepaald middels een CT-onderzoek.
Het schema wordt doorgaans poliklinisch toegepast en de toediening van ieder deel (A of B) neemt afzonderlijk zo'n drie tot zes uren in beslag.
Omdat dacarbazine gevoelig is voor licht dient het middel tijdens opslag en toediening te worden beschermd tegen licht, om te voorkomen dat de stof afbreekt. Vaak wordt de gehele infuuslijn (inclusief infuuspomp) gewikkeld in aluminiumfolie tijdens de toediening van het middel. Dacarbazine kan een pijnlijk, brandend of stekend gevoel veroorzaken op en rond de plaats waar het infuus is ingebracht, waardoor de inloopsnelheid van het middel soms moet worden verlaagd. Meestal wordt de pijn heviger naarmate men meer giften heeft ontvangen, waardoor het raadzaam is om af te wisselen in de arm waarin men het infuus laat plaatsen (bijv. deel A laat men altijd links en deel B altijd rechts toedienen).
Vanwege de wisselwerking van tabaksproducten met bleomycine en de verhoogde kans op longfibrose, dient de patiënt voor aanvang van het behandeltraject te stoppen met roken en omgevingen waar gerookt wordt te vermijden.
Meestal wordt de patiënt geacht, voor aanvang van iedere gift, om dexamethason in te nemen en wordt ondansetron per infuus toegediend.
Voor, tussen en na de toediening van ieder geneesmiddel wordt een zoutoplossing toegepast, dit noemt men meestal "spoelen".