Ablatief

Naamvallen
Abessief
Ablatief (zesde naamval)
Absolute naamval
Absolutief
Accusatief (vierde naamval)
Adessief
Adverbialis
Algemene Latijnse vervoegingen en verbuigingen
Allatief
Apudessief
Associatief
Aversief
Benefactief
Causalis-finalis
Causatief
Comitatief
Datief (derde naamval)
Delatief
Dieptecasus
Distributief
Elatief
Ergatief
Essief
Exessief
Factitief
Genitief (tweede naamval)
Illatief
Inessief
Instructief
Instrumentalis (achtste naamval)
Intratief
Locatief (zevende naamval)
Multiplicatief
Nominatief (eerste naamval)
Objectief
Obliquus (Hindi)
Obliquus
Partitief
Pegatief
Pertingent
Prepositionalis
Prolatief
Sociatief
Sublatief
Superessief
Temporalis
Terminatief
Translatief
Vocatief (vijfde naamval)

De ablatief (of zesde naamval) is een van de acht oorspronkelijke naamvallen van de Proto-Indo-Europese taal waarmee oorspronkelijk de persoon van wie iets uitgaat of de plaats waarvandaan men vertrekt werd aangegeven. Dit in tegenstelling tot de plaats waar men naartoe gaat, die uitgedrukt wordt in de accusatief of datief, en de plaats waar men zich bevindt, die door de locatief uitgedrukt wordt.

In sommige takken van de Indo-Europese talen waarin de ablatief ophield te bestaan, bijvoorbeeld het Grieks en het Germaans, is de functie van de absolute ablatief overgenomen door de genitief.


From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by razib.in