Naamvallen | ||
---|---|---|
|
De ablatief (of zesde naamval) is een van de acht oorspronkelijke naamvallen van de Proto-Indo-Europese taal waarmee oorspronkelijk de persoon van wie iets uitgaat of de plaats waarvandaan men vertrekt werd aangegeven. Dit in tegenstelling tot de plaats waar men naartoe gaat, die uitgedrukt wordt in de accusatief of datief, en de plaats waar men zich bevindt, die door de locatief uitgedrukt wordt.
In sommige takken van de Indo-Europese talen waarin de ablatief ophield te bestaan, bijvoorbeeld het Grieks en het Germaans, is de functie van de absolute ablatief overgenomen door de genitief.