Adad-nirari Adad-nirari III | ||
---|---|---|
Koning van Assur | ||
Periode | (810 v.Chr.)/806 v.Chr. - 783 v.Chr. | |
Voorganger | Shamshi-Adad V | |
Opvolger | Salmanassar IV | |
Vader | Shamshi-Adad V | |
Moeder | Sammuramat |
Adad-nirari III was koning van het Assyrische Rijk van 810/806 v.Chr. tot 783 v.Chr.
In 810 volgde hij, mogelijk onder voogdijschap van zijn moeder, koningin Sammuramat, zijn vader Shamshi-Adad V op. Er is een stèle op de grens van Kummuh en Gurgum, die de aanwezigheid, en daarmee de rol van Sammu-ramat in dit gebied attesteert. Zij was waarschijnlijk behulpzaam in het onder controle brengen van opstandige gebieden.[1] Dit is de Pazarcik-stèle waarop de naam van koning Suppiluliuma van Kummuh verschijnt. Dit vorstendom was een vazal van Assyrië geworden en er werd gebied van Gurgum aan afgestaan.[2] Votiefbeelden voor de god Nabu zijn zowel aan Adad-nirari's leven gewijd als aan dat van zijn moeder. Toch vermelden de bronnen niet direct dat er sprake was van een regentschap.[1]
Hij nam in 806 v.Chr. zelf de regering in handen en begon een veldtocht in Syrië. Hij onderwierp de Neo-Hittitische vorstendommen, de Feniciërs, de Filistijnen, de Israëlieten en de Edomieten. Hij versloeg Ben-Hadad III van Damascus en nam de stad in (waarschijnlijke datum: 796 v.Chr.).
De belangrijkste historische bron voor het leven van Adad-nirari III is een te Saba'a gevonden stèle, die door een van Adad-nirari's generaals werd opgericht ter ere van de koning.