Aflaat

Het geven van een aalmoes, een van de goede werken waar een aflaat aan verbonden is

Een aflaat (Latijn: indulgentia) was een theoretisch systeem rondom giften aan het goede doel van de Rooms-Katholieke Kerk. Kwijtschelding van tijdelijke straffen (penitentie) voor zonden die, wat de schuld betreft, reeds vergeven werden, zou in theorie mogelijk geweest zijn.[1] Volgens de Katholieke leer[bron?] moeten mensen die immoreel handelen, zondaars genoemd, een straf ondergaan voor hun zonden, om de ziel te zuiveren en de morele orde en de eer van God te herstellen. Door het geloof in de onderlinge verbondenheid van de gelovigen in Jezus, wordt het door de kerk ook mogelijk geacht dat een ander deze straf voldoet. De aflaat hield in dat de kerk bepaalde, in naam van de goede daden van Jezus en de heiligen, dat de plicht om een straf te voldoen wordt opgeheven.

Het was een praktijk in de Katholieke Kerk die nauw verbonden was met het sacrament van de biecht. De zonde moest namelijk eerst zijn opgebiecht, er moet berouw zijn voor de zonde en een vast voornemen deze niet meer te begaan. Een gelovige kan deze kwijtschelding onder bepaalde welomschreven voorwaarden verwerven door toedoen van de Kerk.

Aflaten waren verbonden aan bepaalde goede werken, zoals het doen van een bedevaart, het vasten of het bidden van psalmen. Vanaf de elfde eeuw ontstond de praktijk om voor aflaten geld te vragen, een manier om de bouw van kerken te bekostigen.[2] De handel in aflaten onder leiding van de Duitse aartsbisschop Albrecht van Brandenburg, was voor de Duitse priester en hoogleraar Maarten Luther in 1517 aanleiding een protestbrief te schrijven die de kiem legde voor het Protestantisme.

Een andere manier waarop de aflaat zakelijk werd ingezet, was om deze te verlenen aan mensen die bereid waren deel te nemen aan militaire expedities van de kerk, de zogenaamde kruistochten.[3]

De aflaat was gedeeltelijk of vol naargelang hij iemand geheel of gedeeltelijk verlost van de tijdelijke straffen die voor de zonde verschuldigd zijn. Gelovigen kunnen ook aflaten bekomen voor gestorvenen om hen te helpen bij het uitboeten van hun tijdelijke zondestraffen in het vagevuur. De paragrafen 1471 tot en met 1479 van de Catechismus van de Katholieke Kerk behandelen de leer en de praktijk van de aflaten.[4]

  1. Codex Iuris Canonici - Kerkrecht.nl, canon 992
  2. Van de Vusse, Peter, "Populaire monnik Maarten Luther was eigenlijk gewoon een marketingman", 22-09-17.
  3. (de) Luthers Kritik am Ablasshandel. Bayerische Rundfunk, BR.
  4. De aflaten Paragrafen 1471 tot en met 1479 uit de Catechismus van de Katholieke Kerk

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by razib.in