Agada (Aramees אגדה: letterlijk overlevering, vertelling ofwel traditionele kennis; meervoud agadot of (Asjkenazisch) agados) verwijst naar de homiletische en niet-legalistische exegetische teksten in klassiek rabbinale literatuur, zoals die veel in de Talmoed maar met name in de midrasjiem zijn opgetekend. In het algemeen handelen de agadot niet strikt over de interpretatie van de wetten maar bevatten ze een verzameling van folklore-elementen, met morele bespiegelingen, historische anekdotes alsmede zakelijk en medisch advies. Hierbij wordt onder andere gebruikgemaakt van allegorieën, parabels en legenden waarin onder meer wordt verwezen naar mythische wezens en buitengewone historische gebeurtenissen.
De agada is onderdeel van de mondelinge leer (תורה שבעל פה), de gezaghebbende rabbinale traditie die een uitleg geeft op de schriftelijke leer (תורה שבכתב) oftewel de Tenach. De agada vormt in dit verband een overlevering van basisprincipes van het jodendom, waarbij de nadruk wordt gelegd op het leren dan wel een uitleg op een pasoek (regel) uit de Tenach. Veel van deze overleveringen bevatten volgens de rabbijnse traditie behalve de letterlijke betekenis ook een verborgen mystieke betekenis. In het algemeen als een letterlijke interpretatie zich niet verenigt met de ratio dient deze verborgen betekenis geduid te worden.