Agave | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Agave americana | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Agave L. (1753) | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Agave op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Agave is zowel de Nederlandse als de botanische naam van een geslacht van succulente planten, die van nature voorkomen in Amerika. Er is weinig of geen overeenstemming over welke planten exact tot dit geslacht horen, of in welke familie het geslacht geplaatst moet worden. In het APG II-systeem (2003) is er de keuze tussen indeling in de familie Agavaceae of Asparagaceae. Het APG III-systeem (2009) kent deze keuze niet meer en plaatst het geslacht in de onderfamilie Agavoideae van de familie Asparagaceae.
Er bestaan vele soorten agave, waarvan de meeste van nature in Mexico voorkomen. De planten hebben in het algemeen dikke, vlezige bladeren die meestal bezet zijn met doornen langs de zijkant en eindigen in een scherpe punt.
Agaves groeien vrij traag en bloeien pas na vele jaren. Op dat moment groeit er een (in verhouding met de plant) zeer lange stengel uit de plant, waar bovenaan een groot aantal kleine bloemen komt. Agaves planten zich voornamelijk vegetatief voort met wortelstekken. De meeste agaves zijn monocarp, dat wil zeggen dat ze maar één keer bloeien en dan afsterven.
Sommige agavesoorten blijven vrij klein, maar de grootste soorten, waaronder de bekende Agave americana, kunnen meters hoog en breed worden. Deze soort is in het midden van de 16e eeuw ingevoerd in Europa en komt thans overal in het Middellandse Zeegebied voor. Een klein blijvende soort is Agave parviflora.