Het alcoholpromillage geeft aan hoeveel alcohol er per eenheid van volume in een alcoholische drank zit, of het promillage alcohol dat in iemands bloed zit.
Er bestaan verschillende testen om te onderzoeken of iemand (te veel) alcohol genuttigd heeft:
- Alcoholademtest. Hierbij worden door middel van een draagbaar apparaat sporen van alcohol opgespoord in de uitgeademde lucht. De hoeveelheid alcohol wordt uitgedrukt in milligram alcohol per liter uitgeademde lucht. 0,22 mg/L correspondeert (bij gezonde mensen) met 0,5 promille alcohol in het bloed.
- Bloedtest. In een klinisch chemisch of farmaceutisch laboratorium in een ziekenhuis kan het alcoholpromillage bepaald worden uit bloed, verkregen door een bloedafname. Als de natrium-, kalium-, glucose-, ureumconcentratie en de gemeten osmolaliteit van het bloedplasma bekend is (in mmol/l) kan het alcoholpromillage ook berekend worden: Berekend alcoholpromillage = (gemeten osmolaliteit - (2×[natrium] + 2×[kalium] + [glucose] + [ureum]) × 0,0461). Deze berekende uitslag dient slechts als hulpmiddel gebruikt te worden en is minder nauwkeurig dan de gemeten promillage
Langdurig alcoholmisbruik kan aangetoond worden door de volgende klinisch chemische testen:
De wettelijke 0,5-promillegrens die in veel landen gehanteerd wordt, komt ongeveer overeen met twee standaardeenheden bier, wijn of sterkedrank waarbij de hoeveelheid van een standaardeenheid afhangt van het soort drank.