Altocumulus | ||
---|---|---|
Van bovenaf gezien
| ||
Afkorting | Ac | |
Symbool | ||
Herkomst naam | Alto- (hoog); -cumulus (gestapeld) | |
Hoogte ± | 2 tot 6 kilometer | |
Wolkenfamilie | B: Middelhoge wolken | |
Verschijning | vergelijkbaar aan cirrocumulus, alleen zijn de individuele segmenten groter en donkerder, grote schapewolkjes | |
Neerslagwolk | Nee, maar meestal duidt het een naderende onweerswolk aan |
Een altocumulus is een type wolk (wolkengeslacht) die op middelbare hoogte voorkomt (2 tot 6 kilometer hoogte).[1] Het woord komt van het Latijnse altus (hoog) en cumulus (gestapeld).
De bewolking bestaat vaak uit banken of velden grote schaapjeswolken soms met een golfvormige structuur (undulatus). Ze ontstaan wanneer op grote hoogte koudere lucht binnenstroomt en ook dan loopt het vaak uit op neerslag.
De delen van de altocumulus zijn veel kleiner dan die van de stratocumulus. Met gestrekte arm hebben de delen van de altocumulus de grootte van een duimnagel, terwijl de grootte van de stratocumulus delen een vuist is.
De altocumuluswolken zijn een geslacht uit de familie van middelhoge wolken en kunnen worden verdeeld in 4 wolkensoorten:
In weerberichten is de afkorting Ac en het symbool op weerkaarten is: