Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Datum | 8 november 2016 | ||||||
Land | Verenigde Staten | ||||||
Te verdelen zetels | 270 van de 538 kiesmannen nodig om te winnen | ||||||
Opkomst | 55,7% | ||||||
Stemmen | |||||||
Genomineerde | Donald Trump | ||||||
Partij | Republikeinse Partij | ||||||
Percentage Kiesmannen Staten |
46,1% 304 30 | ||||||
Genomineerde | Hillary Clinton | ||||||
Partij | Democratische Partij | ||||||
Percentage Kiesmannen Staten |
48,2% 227 20+D.C. | ||||||
Resultaat | |||||||
Nieuwe president | Donald Trump (R) | ||||||
Vorige president | Barack Obama (D) | ||||||
Begin regeerperiode | Kabinet-Trump | ||||||
Het gekleurde rondje in de staat Maine geeft de uitslag in het in dat deel van de staat gelegen congresdistrict aan, die afwijkt van de uitslag voor de staat als geheel en voor het andere district. De andere rondjes geven stemmen van faithless electors aan in de betreffende staat; de posities van de rondjes binnen de staat hebben hier geen betekenis.
| |||||||
Opvolging verkiezingen | |||||||
| |||||||
|
De Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016 waren de 58e presidentsverkiezingen van de Verenigde Staten van Amerika en vonden plaats op 8 november 2016. Het US Elections Project schat dat 131,7 miljoen Amerikanen stemden van de 231 miljoen die daartoe gerechtigd waren - een opkomst van 56,9 procent. Gekozen werden de 45e president en de 48e vicepresident van de Verenigde Staten. De zittende Amerikaanse president Barack Obama kon zich niet kandidaat stellen voor deze verkiezingen omdat hij reeds aan zijn tweede ambtstermijn bezig was.
Donald Trump, kandidaat namens de Republikeinse Partij, versloeg de Democratische kandidaat Hillary Clinton en werd zo verkozen tot de 45e president van de Verenigde Staten, met Mike Pence als vicepresident.[1] Hoewel Trump de benodigde meerderheid in het Kiescollege (306 tegenover 232 kiesmannen)[2] haalde, slaagde hij er niet in de zogenaamde popular vote te winnen. Clinton haalde 65.844.954 (48,2%) stemmen tegenover 62.979.879 (46,1%) voor Trump, een verschil van bijna 3 miljoen stemmen.[3][4][5][6]
Tegelijkertijd met de presidentsverkiezingen werd ook een deel van het Amerikaans Congres gekozen. De Republikeinen behaalden in zowel de Senaat als in het Huis van Afgevaardigden een meerderheid. De "popular vote" voor het Huis van Afgevaardigden (dat in zijn geheel herkozen werd) gaf een van de presidentsverkiezingen afwijkend beeld te zien. In het Huis wonnen juist de Republikeinen met circa drie miljoen stemmen verschil.[7]
Bij de stemming van het kiescollege kreeg Donald Trump de steun van 304 kiesmannen en Hillary Clinton van 227. Een recordaantal van zeven kiesmannen week af van de verkiezingsopdracht: twee kiesmannen van Trump en vijf kiesmannen van Hillary Clinton stemden anders dan zij hadden toegezegd. Drie van deze zogenaamde "faithless electors" stemden voor Colin Powell. De vier andere stemmen gingen naar John Kasich, Ron Paul, Bernie Sanders en Faith Spotted Eagle.[8]