Het Anjouaans bewind of regime is de periode tussen 1700 en 1711 waarin Filips van Anjou, koning van Spanje en kleinzoon van Lodewijk XIV, soeverein was in de Spaanse Nederlanden. Deze laatste fase van de Spaanse soevereiniteit over de Nederlanden ving aan na de dood van Karel II en de aanvaarding van de troonopvolger door de landvoogd Maximiliaan II Emanuel van Beieren op 18 november 1700. Aangezien de Frans-Spaanse combinatie in de rest van Europa als bedreigend werd ervaren, sloten Groot-Brittannië, Nederland en andere staten zich aaneen in de Grote Alliantie en begon de Spaanse Successieoorlog. De geallieerden veroverden gestaag terrein in de Spaanse Nederlanden en vestigden daar het Anglo-Bataafs condominium.
Het Anjouaanse bewind eindigde voor Opper-Gelre en Limburg in 1702, voor Vlaanderen, Brabant en Mechelen na de slag bij Ramillies in 1706, voor Henegouwen in 1709-1710 en voor de resterende provincies Namen en Luxemburg in 1711. In 1711 werd de soevereiniteit van vier overgebleven gebieden overgedragen aan Maximiliaan Emanuel van Beieren.