Een application programming interface, afgekort tot API, is een verzameling definities op basis waarvan een computerprogramma kan communiceren met een ander programma of onderdeel, meestal in de vorm van bibliotheken. API's zijn vaak de scheiding tussen verschillende lagen van abstractie, zodat applicaties op een hoog niveau van abstractie kunnen werken en het minder abstracte werk uitbesteden aan andere programma's. Hierdoor hoeft bijvoorbeeld een tekenprogramma niet te weten hoe het de printer moet aansturen, maar roept het daarvoor een gespecialiseerd stuk software aan in een bibliotheek, via een afdruk-API.
Het verschil met een stuurprogramma is dat deze niet bedoeld is om direct gebruikt te worden door applicaties, maar enkel door de kernel van een besturingssysteem. Een besturingssysteem biedt de functionaliteit van soortgelijke stuurprogramma's aan als API.