Arbeidswaardetheorie

De arbeidswaardetheorie is een waardeleer die arbeid aanwijst als de bron en de natuurlijke maatstaf van economische waarde. Volgens de arbeidswaardetheorie bestaat de waarde van een goed uit de waarde van de materialen waaruit het is opgebouwd, vermeerderd met de arbeid die is verricht om uit die materialen het uiteindelijke goed te produceren. Voor de materialen geldt echter weer hetzelfde, zodat, terugredenerend, alle waarde door arbeid wordt bepaald: waarde begint op het moment dat mensenwerk grondstoffen uit de natuur haalt en ze in het economisch verkeer brengt.

Waardetheorieën op basis van arbeid zijn te vinden bij de klassieke economen, die ze overigens alleen toepassen op goederen met een zekere vervangbaarheid, die in massa geproduceerd kunnen worden.

Sinds de twintigste eeuw wordt het begrip arbeidswaardeleer meestal met de marxistische economie geassocieerd, terwijl de moderne hoofdstroom van de economie de arbeidswaardeleer heeft vervangen door de grensnutaanpak.[1]

  1. Campos, Antonietta (1987). "marginalist economics" (marginalistische economie), The New Palgrave: A Dictionary of Economics, v. 3, blz. 320

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy