Aseksualiteit wordt door de Nederlandse Organisatie Aseksualiteit (NOA) gedefinieerd als 'het niet of amper ervaren van seksuele aantrekking naar andere personen'.[1] Door sommigen wordt aseksualiteit ook wel aangeduid als het ontbreken van een seksuele geaardheid, hoewel dat door aseksuelen soms als inaccuraat wordt gezien. Volgens een vaak aangehaald percentage zou 1% van de bevolking aseksueel zijn.[2] Er is echter nog onvoldoende onderzoek gedaan om dit percentage voldoende te onderbouwen.[3]
Aseksualiteit verschilt van vrijwillige en bewuste vormen van seksuele onthouding, zoals het celibaat, en van gedwongen afzien van seks als gevolg van een ziekte of handicap. Ook komt, net als bij andere seksuele oriëntaties, aseksualiteit niet per definitie overeen met gedrag. Zo hebben sommige aseksuelen, hoewel ze geen seksuele aantrekkingskracht of verlangen ervaren, toch seksuele relaties. Ook zegt het niet per se iets over het aangaan van romantische relaties. Personen die (ook) geen romantische aantrekkingskracht voelen, worden aangeduid met aromantisch. Sommige aseksuelen maken gebruik van het Split Attraction Model (SAM), hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen romantische en seksuele geaardheid. Zo kan iemand die aseksueel is aangeven tot wie hij/zij zich romantisch aangetrokken voelt.
Er zijn verschillende vormen van aseksualiteit. Demiseksuelen voelen alleen seksuele aantrekkingskracht voor iemand waar zij een sterke emotionele band mee hebben, en grijsseksuelen (greysexuals) voelen zelden seksuele aantrekkingskracht.
De term aseksualiteit wordt ook gebruikt om ongeslachtelijke voortplanting in organismen aan te duiden.