Augustinus van Canterbury (ook wel Augustinus van Kantelberg) (waarschijnlijk eerste derde van de 6e eeuw - overleden 26 mei 604), was een benedictijner monnik. Deze rooms-katholieke geestelijke wordt als de apostel van de Angelsaksen en als de stichter van de Kerk van Engeland beschouwd.[1]
Augustinus was praepositus (dat wil zeggen prior) van het door paus Gregorius I gestichte Sint-Andreasklooster in Rome, toen deze paus hem in 595 aanwees om aan het hoofd van veertig monniken een missie naar Britannia te leiden met als doel om koning Æthelberht van Kent (de Bretwalda van Engeland) en de onderdanen in zijn koninkrijk Kent te kerstenen. Deze onderneming staat bekend als de Gregoriaanse missie. Kent werd waarschijnlijk gekozen omdat Æthelberht een christelijke prinses, Bertha, dochter van Charibert I de Merovingische koning van Parijs had gehuwd. Zij werd geacht een positieve invloed op haar man uit te oefenen. Voordat de zendelingen Kent hadden bereikt, hadden zij reeds overwogen om rechtsomkeert te maken, maar Gregorius spoorde hen aan om door te gaan. In 597 landden Augustinus en zijn missie op het Isle of Thanet. Vandaar reisde men door naar Canterbury, de belangrijkste stad van Æthelberhts koninkrijk.
De missie was succesvol. Koning Æthelberht bekeerde zich tot het christendom. Hij stond het de zendelingen toe om in zijn koninkrijk te prediken. Ook gaf hij hun land om buiten de stadsmuren van Canterbury een klooster te stichten. Augustinus werd tot eerste aartsbisschop van Canterbury gewijd. Hij bekeerde veel van de onderdanen van de koning. Tijdens een massale bijeenkomst op kerstdag van het jaar 597 zouden zelfs duizenden mensen gedoopt zijn. Aangemoedigd door het succes stuurde paus Gregorius in 601 additionele zendelingen naar Kent. Ook stuurde hij bemoedigende brieven en giften voor de kerken. Pogingen om de inheemse Keltische bisschoppen te overreden om zich aan de kerk van Rome te onderwerpen liepen echter op niets uit.
In 604 werden in Londen en Rochester rooms-katholieke bisschoppen aangesteld. Ook werd er een school opgericht om Angelsaksische priesters en missionarissen op te leiden. Augustinus, die blijkbaar zijn dood voelde naderen, regelde ook de wijding van zijn opvolger, Laurentius van Canterbury, een van degenen die hem vanuit Rome hadden vergezeld, tot tweede aartsbisschop van Canterbury.
Augustinus van Canterbury stierf waarschijnlijk in mei van het jaar 604. Hij werd al snel vereerd als een heilige. Zijn gedenkdag valt op 27 en 28 mei in de Rooms-Katholieke Kerk en op 26 mei in de Anglicaanse Kerk.