De BCS-theorie is een theorie die supergeleiding beschrijft. De theorie is genoemd naar de fysici Bardeen, Cooper en Schrieffer, die ze in 1957 voorstelden. Het mechanisme dat in deze theorie aanleiding geeft tot supergeleiding, is de vorming van elektronenparen, zogeheten cooperparen. Deze gepaarde elektronen zijn bosonen, en kunnen dus vervolgens een bose-einsteincondensaat vormen.