Balar kan zowel naar de Baai van Balar als naar het in de baai gelegen Eiland van Balar verwijzen. Beide zijn fictieve locaties uit De Silmarillion door J.R.R. Tolkien.
De Baai van Balar was een watermassa die zich ten zuiden van Arvernien, het meest zuidelijke deel van Beleriand, en ten oosten van Taur-im-Duinath bevond. De Sirion mondde uit in deze baai, die gevormd werd door een oorlog tussen Morgoth en de Valar die korte tijd na het ontwaken van de Elfen plaatshad.
Ruim 70 mijl ten zuiden van Avernien bevond zich het grote Eiland van Balar, het grootste eiland van Midden-Aarde. Ooit was het de meest oostelijke hoorn van het eiland Tol Eressëa, een gigantisch eiland voor de kust van Beleriand dat, met uitzondering van het afgebrokkelde Balar, door Ulmo over de oceaan naar Valinor werd gesleept met de Vanyar en Noldor erop. Volgens de legende bezocht de Maia Ossë het eiland zeer graag.
Het Eiland Balar was beroemd omwille van zijn parels, die in grote aantallen in de ondiepten rond het eiland werden gevonden.
Zowel Círdan, vorst van de Falas, als de Elfen van Nargothrond lieten het eiland verkennen in de hoop dat, moesten hun rijken ooit vallen, de overlevenden er hun toevlucht konden nemen.
Na de verwoesting van de Falas vluchtten Círdan en Gil-Galad er inderdaad heen. Vermoedelijk werd door de overlevende Elfen van de Falas, die een grote kennis over scheepsbouw bezaten, op dit eiland het schip van Eärendil, Vingilot, gebouwd.