Het Baljuwschap Land van Putten, of kortweg Putten, was een baljuwschap in het zuidwesten van het voormalige graafschap Holland. Qua bestuursvorm was het de opvolger van de Heerlijkheid Putten. In 1467 volgde de laatste Heer van Putten, Karel van Charolais, zijn vader Filips de Goede op als graaf van Holland. De bestuursvorm van de Heerlijkheid Putten ging toen over in een baljuwschap met als naam Baljuwschap Land van Putten[1]. In 1811 werd het opgeheven.
Het Land van Putten heeft nooit tot de vier baljuwschappen behoord, die omstreeks 1250 werden ingesteld door de graaf van Holland. Het gebied had namelijk toen al een autonome status: de Heerlijkheid Putten die een vrije heerscappie, een hoge heerlijkheid was, en behield die autonome staatus toen het baljuwschap werd.