De Barbarijse Kruistochten (ook wel Maghrebijnse Kruistochten genoemd) verwijzen naar verschillende veldslagen en zeeslagen van christelijke heersers in Europa tegen islamitische rijken in Noord-Afrika. De Kruistochten vonden plaatsen tussen 11de en 16de eeuw. De meeste kruistochten in de westelijke Maghreb (Marokko, West-Algerije) vonden plaats tijdens en in nasleep van de Reconquista. De Spaanse kardinaal Francisco Jiménez de Cisneros, gesteund door koning Ferdinand II van Aragon, was het grote brein achter de kruistochten in Mers el-Kebir en Oran in het huidige Algerije. Andere kruistochten vonden plaats in het kader van de Kruistocht naar het Heilige Land.