Beleg van Delfzijl 1813–1814
|
Onderdeel van de Zesde Coalitieoorlog
|
|
Reconstructie van de vesting Delfzijl bij laagwater in 1814
|
Datum
|
13 november 1813 – 23 mei 1814
|
Locatie
|
Delfzijl, Ems-Occidental
|
Resultaat
|
Verdrag tot het overdragen van de stad aan de Nederlanders
|
Strijdende partijen
|
Hollandse en Pruisische troepen, Kozakken en de Engelse Marine
|
Franse, Zwitserse, Poolse, Pruisische en Duitse troepen, trouw aan Napoleon
|
|
Leiders en commandanten
|
|
Troepensterkte
|
5 à 6 duizend militairen
|
>1600 militairen 1000 burgers
|
|
Verliezen
|
|
Het Beleg van Delfzijl (ook: Blokkade van Delfzijl) speelde zich af tijdens de overgang van de Franse tijd in Nederland naar de periode van het Koninkrijk der Nederlanden en duurde van 13 november 1813 tot het ontzet op 23 mei 1814. In tegenstelling tot de situatie bij bijvoorbeeld het beleg van Leiden (1573–1574), dat resulteerde in Leidens ontzet (1574), bevond de bezetter zich niet rondom maar binnen de stad, omdat Delfzijl zich onder kolonel Pierre Maufroy in Franse handen bevond. De troepen van de Nationale Garde, Kozakken en Pruisen en de schepen van de Engelse Vloot, die gezamenlijk onder leiding stonden van de Nederlandse kolonel Marcus Busch, belegerden de vestingstad Delfzijl om haar weer in Nederlandse handen te krijgen.
Omdat kolonel Maufroy niet wilde geloven dat Napoleon Bonaparte verslagen was, bleef hij Delfzijl, met succes, verdedigen. Zo bleef de vesting Delfzijl tot na de Franse tijd bezet. Delfzijl was daarmee het laatste steunpunt voor Napoleon, die anderhalve maand voor het ontzet van Delfzijl verbannen was naar Elba.[1]
- ↑ De Greef. P. (1998). Delfzijl – Farmsum. Door een oude en nieuwe lens gezien. Groningen: Banga Book Productions.