Beleg van Wenen (1683)

Beleg van Wenen
Onderdeel van de Grote Turkse Oorlog
"Sobieski bij Wenen", schilderij door Juliusz Kossak
"Sobieski bij Wenen", schilderij door Juliusz Kossak
Datum 14 juli - 12 september 1683
Locatie Wenen
Resultaat Beslissende overwinning van het Heilige Roomse Rijk en het Koninkrijk Polen
Strijdende partijen
Polen-Litouwen
Heilige Roomse Rijk:
Oostenrijk
Saksen
Beieren
Franken
Ottomaanse Rijk

Wallachije
Moldavië

Leiders en commandanten
Jan Sobieski
Karel V van Lotharingen
George Frederik van Waldeck-Eisenberg
Max Emanuel
Kara Mustafa
Troepensterkte
70.000 138.000
Verliezen
4.000 doden 15.000 doden

Het Beleg van Wenen van 1683 (Pools: Bitwa pod Wiedniem; Duits: Schlacht am Kahlenberg; Turks: İkinci Viyana Kuşatması) was een poging door het Ottomaanse Rijk om de hoofdstad van het aartshertogdom Oostenrijk in te nemen, die toentertijd ook de residentie was van keizer Leopold I van het Heilige Roomse Rijk en de zetel van de Habsburgse monarchie. Het beleg begon op 14 juli 1683 en eindigde op 12 september 1683 toen de belegeringsmacht verslagen werd door een ontzettingsleger.

Het Ottomaanse Rijk had in het begin van de zestiende eeuw de Balkan helemaal veroverd, en het grootste deel van Hongarije onderworpen. Dat leidde tot rivaliteit met de Habsburgers die zelf Koninklijk Hongarije in bezit namen. In 1529 deden de Turken al eens een poging Wenen in te nemen, destijds onder leiding van sultan Süleyman I de Prachtlievende. Daarna wisselden slepende oorlogen en lange bestanden elkaar af. Toen in 1681 het Habsburgse gezag over Koninklijk Hongarije verzwakt was door een protestants-Hongaarse opstand, kreeg de Ottomaanse grootvizier Kara Moestafa van sultan Mehmet IV toestemming met een leger van 138.000 man[1] Wenen te veroveren om een "Koninkrijk Wenen" te vestigen onder de heerschappij van de protestantse Hongaar Imre Thököly.

De Oostenrijkers waren in het voorjaar van 1683 te zwak om het op een veldslag te laten aankomen en trokken zich met het grootste deel van de inwoners terug toen een grote macht van Turken, Hongaren en Krim-Tataren het beleg sloeg rond Wenen dat door een klein garnizoen verdedigd bleef worden. Moestafa hoopte een snelle overwinning te forceren door de stadswallen met mijnen op te blazen. Daarom schonk hij weinig aandacht aan zijn eigen verdediging. Begin september stond de stad op het punt te vallen toen een tachtigduizend man sterk ontzettingsleger arriveerde van Duitse vorsten onder het bevel van de met een grote ruitermacht te hulp geschoten Poolse koning Jan III Sobieski. Op 12 september braken deze troepen na felle strijd door de verdedigende Turkse schans tussen de Kahlenberg en de Donau waarna de Turkse hoofdmacht op de vlucht sloeg. Hierop volgde de Grote Turkse Oorlog waarin heel Hongarije voor de Turken verloren ging.

Het mislukte beleg van Wenen in 1683 wordt wel gezien als het begin van het einde van het Ottomaanse Rijk. Op het initiatief van de paus werd in 1684 een Heilige Liga gevormd voor een gezamenlijke strijd van het christelijke westen tegen de islamitische Turken. In die strijd was het sterkste christelijke land Frankrijk echter de rivaal van Oostenrijk en de bondgenoot van de Ottomanen en het falen van het beleg was een tegenvaller voor Lodewijk XIV van Frankrijk.

  1. Thomas Benfield Harbottle en George Bruce (1981), Harbottle's Dictionary of Battles (New York:Van Nostrand Reinhold). ISBN 9780442223366

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy