Blauwtongskinken | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Gevlekte blauwtongskink (Tiliqua nigrolutea) | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Tiliqua Gray, 1825 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Blauwtongskinken op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Blauwtongskinken[1] (Tiliqua) zijn een geslacht van hagedissen uit de familie skinken (Scincidae).
De meeste soorten worden met een lengte vanaf ongeveer dertig centimeter vrij groot. Blauwtongskinken hebben een gedrongen lichaam met korte poten en een relatief korte staart. Ze bezitten een zware bepantsering van dikke, gladde schubben. Er zijn zeven verschillende soorten die hun Nederlandse naam danken aan de kobaltblauwe tong.[2] De rest van het lichaam is echter onopvallend gekleurd; de lichaamskleur varieert van bruin tot grijs, vaak is een patroon van vlekken of strepen aanwezig.
Blauwtongskinken leven in Australië, Papoea-Nieuw-Guinea en Indonesië. De meeste soorten komen voor in Australië. Blauwtongskinken kunnen zowel in droge schrale gebieden als sterk begroeide streken worden aangetroffen. Op het menu staan kleine ongewervelde prooien als insecten en slakken maar ook plantendelen worden gegeten. Over de levenswijze van deze dieren is veel bekend omdat veel soorten populair zijn in de handel in exotische dieren.