Bodemverzuring is een afname van de pH-waarde in de bodem, oftewel een verzuring door toename van het aantal protonen (waterstofionen).
De bodem bevat van nature stoffen die zuren verwerken. Dit wordt wel de buffercapaciteit van de bodem genoemd. Hiertoe behoren kalk, mineralen, humus, aluminium- en ijzeroxiden. Zodra de buffercapaciteit op is, verzuurt de bodem. Hierdoor komen onder andere giftige metalen (aluminium) en nitraat vrij, die uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater. Ook belangrijke voedingsstoffen als kalium, calcium en magnesium spoelen weg. In uitgespoelde bodems vinden planten niet de juiste voedingsstoffen. Dat maakt ze vatbaar voor ziekten. Bovendien kunnen ze de voedingsstoffen die er wel zijn, moeilijker opnemen. Bij een pH-waarde lager dan 4,5 gaat aluminium in oplossing.[1] Uitgespoelde aluminiumdeeltjes tasten de zeer fijne haarwortels aan.