Boos opzet is de zwaarste gradatie van opzet in het Nederlandse strafrecht. Het is geen opzetvorm, net zoals de voorbedachte raad geen opzetvorm is. Boos opzet vormt de tegenhanger van kleurloos opzet, dat door de Hoge Raad in beginsel is verkozen boven het boos opzet.
Bij boos opzet moet het zo zijn dat de verdachte wel opzettelijk de wet heeft gebroken. De verdachte moet dus wetenschap hebben van het feit dat wat hij doet niet is toegestaan door de wet. Het om het leven brengen van je vrouw is in beginsel een vorm van boos opzet. Iedereen weet namelijk dat moord verboden is bij wet. Maar er zijn minder harde voorbeelden; het kappen van een boom zonder dat je weet dat je daarvoor een kapvergunning moet aanvragen bij de gemeente. Je beroept je dus op het feit dat je de wet niet kende. Dan is er geen sprake van boos opzet. Maar zoals gezegd levert dit tweede voorbeeld geen probleem op in het Nederlands strafrecht, aangezien het kleurloos opzet als uitgangspunt wordt gezien. Dit is anders indien in de delictsomschrijving "opzettelijk wederrechtelijk" staat vermeld. Het opzet heeft dan betrekking op alle volgende bestanddelen, en dus ook op de wederrechtelijkheid. Hierbij zal dus sprake moeten zijn van opzet op de wederrechtelijkheid van de gedraging.