De botsingstheorie is een theorie die kwantitatief verklaart hoe chemische reacties plaatsvinden en waarom verschillende reacties verschillende reactiesnelheden hebben. De theorie is gebaseerd op het idee dat moleculen met elkaar moeten botsen om te reageren, maar dat deze botsing ook met voldoende energie moet plaatsvinden. De energie die een botsing noodzakelijk moet aanbrengen om oude bindingen te breken en nieuwe te vormen wordt de activeringsenergie genoemd. Slechts een beperkt aantal moleculen beweegt snel genoeg om voldoende energie te hebben, de reagerende deeltjes moeten dan ook nog eens met elkaar in botsing komen, en moeten ook met de juiste oriëntatie tegen elkaar botsen.
Deze factoren kunnen allen wiskundig beschreven worden, en door vergelijking met experimentele resultaten is het mogelijk om deze vanuit de theorie te verklaren.[1]