Byzantijns-Arabische oorlogen

De maximale omvang van de Arabische Rijken onder Mohammed, de Rechtgeleide Kaliefen, de Omajjaden en de Abbasiden.

De Byzantijnse-Arabische oorlogen vonden plaats tussen Byzantijnse legers en oprukkende Arabische legers beginnend in de 7e eeuw, eindigend in de 11e eeuw. De oorlogen waren een gevolg van de opkomst en uitbreiding van de islam vanaf de 7e eeuw en bleven zich voordoen tot de Arabieren zelf verslagen werden door Turkse volkeren zoals de Seltsjoeken. De Turkse Ottomanen versloegen het Byzantijnse Rijk definitief in 1453.

Het gemak waarmee de Arabieren de gebieden in de Levant en Egypte veroverden, kan deels verklaard worden door de steun die zij kregen van de christelijke monofysieten. De monofysieten waren door Byzantium tot ketters verklaard en werden vervolgd en onderdrukt.[1] De monofysietische bevolking van het Midden-Oosten verwelkomde de Arabische legers daarom als 'bevrijders' van het Byzantijnse juk.

Als we spreken over het Arabische Rijk, dan spreken we over het kalifaat van de Rashidun die hun basis hadden op het Arabisch Schiereiland, het kalifaat van de Omajjaden met als hoofdstad Damascus in het huidige Syrië en het kalifaat van de Abbasiden met als hoofdstad Bagdad in het huidige Irak. Vooral door de Turkse invallen van de 11e eeuw kwam er een einde aan het Arabische rijk.

  1. (fr) René Grousset, Les croisades, p. 6, Presses Universitaires de France, 1948,

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy