De California Trail was een route ("trail") waarlangs in de 19e eeuwkolonisten vanuit de Verenigde Staten naar het westen trokken, om in Oregon of Californië een nieuw bestaan op te bouwen. De zware route liep vanaf de Missouri over de Great Plains, over de Rocky Mountains, door de woestijn van het Grote Bekken (Great Basin) en over de Sierra Nevada.[1][2][3] Vanaf ongeveer 1840 trokken rond de 250.000 kolonisten en goudzoekers over de California Trail naar het westen, aangetrokken door het nog grotendeels onbewoonde, vruchtbare land van Californië, en de Californische goldrush vanaf 1848. Goudzoekers en kolonisten uit het oosten van Amerika konden gebruik maken van routes over land, over zee en gecombineerde routes over zee en land. De route over land werd gebruikt door ruim de helft van de Amerikaanse migranten omdat het de goedkoopste was. De reis kostte ongeveer 200 dollar, inclusief een wagen en proviand.[4] In totaal was de route ongeveer 8000 kilometer lang, maar er waren verschillende varianten en vertakkingen mogelijk. Tegenwoordig worden delen van de California Trail onderhouden door de National Park Service in het kader van het National Trail System.
↑In de 19e eeuw was een bekend gezegde in Californië: “Ik heb de olifant gezien". Dit was een metafoor om aan te geven dat men grote tegenslagen en ontberingen had overwonnen, daarbij refererend aan de California Trail. De uitdrukking kwam uit het verhaal over een boer die hoorde dat het circus naar de stad zou komen. Olifanten waren in het begin van de 19e eeuw in Amerika zeer zeldzaam en toen de boer naar de stad ging om zijn groenten te verkopen, wilde hij per se de olifant zien. Onderweg ontmoette hij de circusoptocht met de olifant voorop. Zijn paard schrok zo van de olifant dat hij op hol sloeg. Kijkend naar zijn vernielde groenten riep de boer uit: “Kan me niet schelen, want ik heb de olifant gezien".