Met cantus (Latijn voor zang, meervoud: cantussen of cantūs, participium perfecti passivi van canere/cano wat ‘zingen’ of ‘muziek maken’ betekent. Cantus is dus letterlijk ‘zang’).[1] wordt gedoeld op een studentikoos zang- en drankfestijn, vaak in verenigingsverband. Een cantor is hier een voorzanger. Het hoofddoel van een cantus is verbroedering, kennismaking met medestudenten aan de hand van samenzang, en gezamenlijke alcoholconsumptie met een stiefel (laarsvormig bierglas) aan een cantusbank.