De Cel Vermiste Personen (Fr.: Cellule Personnes Disparues), tot 2001 de Nationale Cel Verdwijningen genoemd, is een onderdeel van de Belgische federale politie. De dienst houdt zich bezig met de opsporing van en het onderzoek naar onrustwekkende vermissingen en alle vermissingen van minderjarigen. De Cel is opgericht en in werking getreden tijdens de zaak-Dutroux. In de beginperiode was er veel negatief commentaar op de politie als geheel, omdat men vier van de zes slachtoffers van Marc Dutroux niet levend terugvond. Naarmate de tijd vorderde, veranderde dit beeld van de politie in het algemeen en van de Cel Vermiste Personen in het bijzonder; dit uitte zich onder meer in de zaak rondom de verdwijning van Nathalie Mahy en Stacy Lemmens.
Tussen de oprichting van de Cel in september 1995 en 30 juni 2010 werden er 16.510 dossiers door de Cel behandeld. Hiervan werden er 15.733 afgesloten, wat duidt op het terugvinden van de vermiste persoon; sinds 1995 werden er dus 777 mensen niet teruggevonden. Hoewel gevallen als de zaak-Dutroux, zaak-Janssen, de verdwijning van Nathalie Mahy en Stacy Lemmens en de verdwijning van Madeleine McCann veel publiciteit genereren, is er slechts in minder dan een procent van de gevallen sprake van een crimineel feit.
In 2007 was de Cel onderwerp van de film Vermist en de televisieserie die erop volgde. In 2010 bracht het hoofd van de Cel, Alain Remue, naar aanleiding van het vijftienjarig bestaan van de Cel het boek Zeg nooit nooit uit. Dit is een bundeling van verhalen van de leden van de cel en getuigenissen van ouders van vermiste kinderen.