Charles Ruijs de Beerenbrouck | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Volledige naam | Charles Joseph Marie Ruijs de Beerenbrouck | |||
Geboren | 1 december 1873 | |||
Geboorteplaats | Roermond | |||
Overleden | 17 april 1936 | |||
Overlijdensplaats | Utrecht | |||
Partij | Algemene Bond, RKSP | |||
Titulatuur | jhr. mr. | |||
Functies | ||||
1899–1918 | Lid gemeenteraad van Maastricht | |||
1905–1918, 1925–1929, 1933–1936 |
Lid van de Tweede Kamer | |||
1918 | Gouverneur van Nederlands-Limburg | |||
1918–1923 | Minister van Binnenlandse Zaken | |||
1918–1925 | Voorzitter van de ministerraad | |||
1923–1925 | Minister van Binnenlandse Zaken en Landbouw | |||
1925–1929 | Voorzitter van de Tweede Kamer | |||
1929–1933 | Minister van Binnenlandse Zaken | |||
1929–1933 | Voorzitter van de ministerraad | |||
1933–1936 | Voorzitter van de Tweede Kamer | |||
|
Charles Joseph Marie Ruijs de Beerenbrouck (Roermond, 1 december 1873 – Utrecht, 17 april 1936) was een Nederlandse politicus van rooms-katholieken huize. Hij bekleedde diverse ministerschappen, was drie keer minister-president en twee keer voorzitter van de Tweede Kamer. Daarnaast was hij onder meer commissaris van de koningin in Limburg en kamerheer in bijzondere dienst van koningin Wilhelmina. Vanwege zijn grote sociale betrokkenheid werd hij ook wel de "rode jonker" genoemd.[1]
Charles Ruijs was een telg uit het adellijke geslacht Ruijs de Beerenbrouck. Zijn grootvader had in 1830 zijn achternaam vernederlandst tot Ruijs van Beerenbroek en onder die geslachtsnaam werd Charles geboren. Zijn vader was het blijkbaar niet met die naamsverandering eens, want bij vonnis van de arrondissementsrechtbank te Roermond van 21 maart 1895 werd met terugwerkende kracht de officiële schrijfwijze van de geslachtsnaam weer bepaald op Ruijs de Beerenbrouck. Dat was ook de familienaam van Charles' Belgische moeder; een volle nicht van zijn vader.
Charles was heer van Beerenbrouck en Wolfrath en voerde het predicaat jonkheer. Hij was de zoon van jhr. Gustave Ruijs de Beerenbrouck (1842-1926), die minister van Justitie in het kabinet-Mackay (1888-1891) en gouverneur van Limburg (1893-1918) was geweest. Als minister van Justitie was zijn vader de grondlegger van de arbeidsinspectie en de eerste Arbeidswet uit 1889.