De chirurgijn was een medisch behandelaar in de middeleeuwen en vroegmoderne tijd. Het vak van chirurgijn kwam voort uit het werk van de barbier, en hield zich vooral bezig met zaken waarbij bloed tevoorschijn kwam, dit in tegenstelling tot de universitair opgeleide artsen, die zich met interne geneeskunde bezighielden.
Nicolaas de Graaff (1619 - ca. 1688), Wouter Schouten (1638-1704), Isaac Hendricksz Hartman (1632-1684) en Cornelis Solingen (1641-1687) waren chirurgijn in Nederland. De Vlaamse chirurgijn Jan Palfijn (1650-1730) werd bekend als uitvinder van de verlostang.