Chorioamnionitis is een infectie van het vruchtwater en de vruchtvliezen (amnion en chorion). Het wordt ook wel intra-amnioninfectie, ovulaire infectie of amnionitis genoemd en kan gepaard gaan met voortijdig breken van een van de vliezen of van de volledige vruchtzak (amnionholte). Het wordt in verband gebracht met ernstige ziekteverschijnselen en sterfte bij moeders en pasgeborenen. Chorioamnionitis wordt meestal in verband gebracht met vroeggeboorte, langdurige breuken van de vruchtvliezen, langdurige weeën, roken, meconiumhoudend vruchtwater, eerste zwangerschap, meerdere vaginale onderzoeken na het breken van de vliezen en vastgestelde virale of bacteriële infecties.[2]
Zelfs schimmelinfecties kunnen chorioamnionitis veroorzaken. Meestal komt het door bacteriële infecties via de vagina met Ureaplasma urealyticum, Fusobacterium en Streptokokken. Minder vaak door de bacteriën Gardnerella vaginalis, Mycoplasma en Bacteroides. De seksueel overdraagbare infecties chlamydia en gonorroe kunnen ook chorioamnionitis veroorzaken.[3][4] De ontstekingsreacie geeft verschillende ontstekingssignaalmoleculen vrij wat leidt tot verhoogde prostaglandine- en metalloprotease-afgifte. Deze stoffen bevorderen weeën (spiersamentrekkingen van de baarmoeder) en baarmoederhalsrijping (dunner worden en verkorting van de baarmoederhals), oorzaken van vroeggeboorte.[3]
Het risico op het ontwikkelen van chorioamnionitis neemt toe met het aantal vaginale onderzoeken dat wordt uitgevoerd in de laatste maand van de zwangerschap, inclusief de bevalling.[5][6] Roken en alcoholgebruik vergroot de kans op chorioamnionitis.[7]
Chorioamnionitis wordt vroeg ontdekt door te kijken naar tekenen en symptomen zoals koorts, buikpijn of abnormale vaginale afscheiding.[8]
Toediening van antibiotica als de vruchtzak voortijdig barst, kan het optreden van chorioamnionitis voorkomen.[4]
↑Kim CJ, Romero R, Chaemsaithong P, Chaiyasit N, Yoon BH, Kim YM (October 2015). Acute chorioamnionitis and funisitis: definition, pathologic features, and clinical significance. American Journal of Obstetrics and Gynecology213 (4 Suppl): S29–S52. PMID26428501. PMC4774647. DOI: 10.1016/j.ajog.2015.08.040.
↑ abGalinsky R, Polglase GR, Hooper SB, Black MJ, Moss TJ (2013). The consequences of chorioamnionitis: preterm birth and effects on development. Journal of Pregnancy2013: 412831. PMID23533760. PMC3606792. DOI: 10.1155/2013/412831.
↑Seaward PG, Hannah ME, Myhr TL, Farine D, Ohlsson A, Wang EE, Haque K, Weston JA, Hewson SA, Ohel G, Hodnett ED (November 1997). International Multicentre Term Prelabor Rupture of Membranes Study: evaluation of predictors of clinical chorioamnionitis and postpartum fever in patients with prelabor rupture of membranes at term. American Journal of Obstetrics and Gynecology177 (5): 1024–1029. PMID9396886. DOI: 10.1016/s0002-9378(97)70007-3.
↑Gluck O, Mizrachi Y, Ganer Herman H, Bar J, Kovo M, Weiner E (April 2020). The correlation between the number of vaginal examinations during active labor and febrile morbidity, a retrospective cohort study. BMC Pregnancy and Childbirth20 (1): 246. PMID32334543. PMC7183634. DOI: 10.1186/s12884-020-02925-9.
↑Sweeney EL, Dando SJ, Kallapur SG, Knox CL (January 2017). The Human Ureaplasma Species as Causative Agents of Chorioamnionitis. Clinical Microbiology Reviews30 (1): 349–379. PMID27974410. PMC5217797. DOI: 10.1128/CMR.00091-16.