De Cimbrische oorlog (113 v.Chr. - 101 v.Chr.) werd uitgevochten door de Romeinse Republiek en de migrerende Proto-Germaanse stammen van de Cimbren en de Teutonen. Het markeerde de eerste confrontatie tussen Rome en de Germaanse stammen, tegen wie de Romeinen hun kostbaarste nederlaag leden sinds de Tweede Punische Oorlog, een eeuw eerder.
Voor het eerst sinds de dagen van Hannibal werden Italië en Rome zelf ernstig bedreigd. Een dreiging die leidde tot fundamentele hervormingen van het Romeinse leger en de staat, die een significante weerslag zou hebben op het verloop van de geschiedenis.