Een circadiaan ritme is een biologisch ritme waarvan de cyclus ongeveer één dag duurt (Latijn: circa = rond, dies = dag). Men spreekt ook wel van een 24-uursritme of bij dieren van een slaap-waakritme.[1]
Veel levende wezens, van bacteriën tot planten en dieren, bezitten een intern gereguleerd ritme dat hen in staat stelt tijdig te anticiperen op regelmatig terugkerende milieufactoren, zoals dag en nacht.[2] Zelfs in complete duisternis vertonen mens en dier een circadiaan ritme, dat aangestuurd wordt door een interne biologische klok, die bij zoogdieren vastligt in bepaalde hersencellen.[3]
De lichaamstemperatuur is een bekend voorbeeld van een functie met een circadiaan ritme. In de late middag (6 uur voor het inslapen) is deze het hoogst, en 2 uur na het inslapen het laagst. Ook andere lichaamsfuncties vertonen een circadiaan ritme, zoals afgifte van bepaalde hormonen, hartslag, slaappatroon, volume van de urineblaas, behoefte aan eten en drinken en gevoeligheid voor bepaalde geneesmiddelen.
Wordt het individu afgeschermd van bepaalde omgevingsfactoren, dan blijven de circadiaan verlopende processen volgens hun eigen innerlijke ritme doorlopen. Onder invloed van omgevingsinvloeden, zoals zonlicht, getijden, klimaat of sociale omgeving, worden de circadiane invloeden afgezwakt en wordt het gedrag van het individu meer bepaald door die omgevingsfactoren. In 2017 ontvingen Jeffrey C. Hall, Michael Rosbash en Michael W. Young de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde voor hun onderzoek naar het circadiaan ritme.