De codex Fuldensis is een codex geschreven tussen 541 en 547. Het bevat de tekst van het Nieuwe Testament waarbij de vier afzonderlijke canonieke evangeliën vervangen zijn door een evangelien-harmonie in de vorm van een diatessaron. Een diatessaron, ("een uit vier"), is een doorlopend verhaal in chronologische volgorde over het leven van Jezus waarbij de vier evangelisten elkaar als zegsman afwisselen.
Dit diatessaron in de codex zou gebaseerd zijn op een gevonden manuscript met een tekst in het Oud-Latijn van het omstreeks 170 geschreven diatessaron van Tatianus. De tekst van dit gevonden diatessaron werd omgezet naar het Latijn van de Vulgaat. De codex bevat daarnaast de brief aan de Laodicenzen en de tekst van de proloog over de canonieke epistels van Hiëronymus van Stridon.
De teksten van de codex werden geschreven door een team van meerdere schrijvers dat onder leiding stond van Victor, de bisschop van Capua. Twee afschrijfberichten en de proloog van de codex zijn door Victor zelf geschreven. Het eerste afschrijfbericht is gedateerd 19 april 546 waarin Victor aangeeft dat hij het gehele manuscript gelezen en gecontroleerd heeft. In het tweede bericht van 12 april 547 geeft hij aan het manuscript nog een tweede keer geheel te hebben gecontroleerd. De codex is de oudste complete kopie van een Latijnse versie van het Nieuwe Testament.
De codex werd vermoedelijk door Bonifatius in Italië verworven. Deze bracht het naar het klooster en de abdij van Fulda dat hij in 744 in Fulda had gesticht, waar het werk sindsdien in de bibliotheek wordt bewaard.