Computercriminaliteit, cybercriminaliteit of cybercrime is criminaliteit met ICT als middel én doelwit.[1] De meeste telefoons en bankpassen bevatten computerchips, die kunnen eveneens worden gemanipuleerd door cybercriminelen. Maar ook bedrijfssystemen, moderne auto’s en chipkaarten zijn vatbaar voor cybercrime. Voor het plegen van cybercriminaliteit gebruiken criminelen speciale apparatuur en software. Daarom hanteert de politie voor de opsporing van cybercriminaliteit op haar beurt ook geavanceerde middelen en technieken.
Cybercriminaliteit betreft onder andere terrorisme, fraude en kinderporno en duikt sinds de jaren tachtig op wegens de doorbraak van de communicatie- en informatietechnologie. In 2001 ondertekenden de lidstaten van de Raad van Europa, de Verenigde Staten, Canada, Japan en Zuid-Afrika het zogenaamde cybercrimeverdrag of, in het Engels de Convention on Cybercrime.