Een conidium (meervoud: conidiën) (vergelijkbare termen zijn conidiospore, conidie, chlamydoconidium, mitospore) is een ongeslachtelijke, onbeweeglijke spore van de anamorfe ascomyceten, die buiten een sporangium door een verandering van een hyfe of op een conidiofoor wordt gevormd. De spore is haploïd en celdeling vindt plaats door mitose. De naam is afkomstig van κόνις kónis.[1]
Vele huidschimmels (dermatofyten) vormen conidiën. In de medische mycologie onderscheidt men eencellige microconidiën en meercellige macroconidiën.
Bij veel plantenziekten spelen conidiën een belangrijke rol. Zo worden bijvoorbeeld bij de appelschurft in de zomer conidiën gevormd, waardoor de ziekte zich snel kan uitbreiden.
Ook kaasschimmels voor de bereiding van kaas zoals Penicillium camemberti en Penicillium candidum vormen conidiën.