Cornelis de Graeff | ||
---|---|---|
Cornelis de Graeff in 1636 door Nicolaes Eliasz. Pickenoy, in de Gemäldegalerie, Berlijn
| ||
Vrijheer van Zuid-Polsbroek[1] | ||
Periode | 1638 – 1664 | |
Voorganger | Jacob Dircksz de Graeff | |
Opvolger | Pieter de Graeff | |
President-bewindhebber van de Vereenigde Oostindische Compagnie | ||
Periode | 1626 – 1664 | |
Voorganger | Andries Bicker | |
Opvolger | Pieter de Graeff | |
Vader | Jacob Dircksz de Graeff | |
Moeder | Aeltje Boelens Loen | |
Dynastie | De Graeff |
Cornelis de Graeff, heer van Polsbroek (Amsterdam, 15 oktober 1599 - aldaar, 4 mei 1664) was een Amsterdamse regent, burgemeester, diplomaat en staatsman in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en een Nederlandse mecenas en kunstverzamelaar. De Graeff behoorde tot de staatsgezinde factie van de republiek.
Hij was een lid van het Amsterdamse geslacht De Graeff dat, met het verzwagerde geslacht Bicker, op het hoogtepunt van de Gouden eeuw vijftig jaar lang voor een belangrijk deel het bestuur over de stad Amsterdam bepaalde. Door deze machtsbasis hadden zij in het graafschap Holland en in de republiek een belangrijke vinger in de pap.[2]
Cornelis de Graeff maakte deel uit van de staatsgezinde factie die na de plotselinge dood van stadhouder Willem II, vanaf het midden van de 17de eeuw de financiën en politiek in de republiek bepaalde. Hij werkte als schepen van Amsterdam nauw samen met zijn broer Andries de Graeff en de raadspensionaris Johan de Witt die getrouwd was met een dochter van zijn zus. Hij was een tegenstander van de Oranjes, maar gematigder dan zijn republikeinse voorganger Andries Bicker. Samen met de gebroeders Johan en Cornelis de Witt streefden de gebroeders De Graeff naar de volledige soevereiniteit van de republikeinse regenten, en voor de afschaffing van de stadhouderschap van het Huis van Oranje-Nassau.[3] Cornelis de Graeff wist door zijn diplomatieke gaven een balans te bewaren tussen de calvinistische, Oranjegezinde facties en de staatsgezinde regenten.[4]