Cyclus van Meton

De cyclus van Meton is een negentienjarige periode of cyclus, waarin 235 lunaties plaatsvinden. Na deze cyclus staan zowel de zon als de maan weer in dezelfde positie. Na 19 jaar vallen de maanfasen dus weer op dezelfde dagen van de maand.

De cyclus van Meton is genoemd naar de Griekse astronoom Meton van Athene. Meton gebruikte de cyclus om in 432 v.Chr. een kalender op te stellen die zowel op de beweging van de zon als de maan is gebaseerd. In de negentienjarige cyclus zijn de jaren 3, 5, 8, 11, 13, 16 en 19 schrikkeljaren met 13 maanden. De maanden zijn meestal deels 29 en deels 30 dagen lang. Afhankelijk van het aantal van elk kan het aantal dagen in een cyclus variëren. Er kunnen bijvoorbeeld 125 maanden van 30 dagen en 110 maanden van 29 dagen in voorkomen, in totaal dus 6940 dagen. Dat is minder dan een halve dag langer dan 19 tropische jaren. Bovendien is deze periode vrijwel gelijk aan 255 draconitische maanden.

De cyclus van Meton werd nadien verbeterd door de eveneens Griekse astronoom Callippus. Callippus vatte de vier cycli samen in een nieuwe grotere cyclus van 76 jaar, de cyclus van Callippus. Hierdoor werden eerdere onnauwkeurigheden weggewerkt.[1]

Volgens de chronologen Parker en Dubberstein zijn er aanwijzingen dat een dergelijke cyclus reeds voor Meton werd gebruikt door de Babyloniërs, vanaf 500 v.Chr.[2]

  1. De Cyclus van Meton | RadixPro
  2. R.A. Parker en W.H. Dubberstein, Babylonian Chronology, 626 B.C.–A.D. 75, 1971, blz. 1, 3, 6.

From Wikipedia, the free encyclopedia · View on Wikipedia

Developed by Tubidy