Cyrus Vance | ||||
---|---|---|---|---|
Geboren | 27 maart 1917 Clarksburg (West Virginia) | |||
Overleden | 12 januari 2002 New York | |||
Politieke partij | Democraat | |||
Partner | Grace Sloane | |||
Handtekening | ||||
57ste minister van Buitenlandse Zaken | ||||
Aangetreden | 20 januari 1977 | |||
Einde termijn | 28 april 1980 | |||
President | Jimmy Carter | |||
Voorganger | Henry Kissinger | |||
Opvolger | Edmund Muskie | |||
minister van het leger | ||||
Aangetreden | 5 juli 1962 | |||
Einde termijn | 21 januari 1964 | |||
President | John F. Kennedy Lyndon B. Johnson | |||
Voorganger | Elvis Jacob Stahr, Jr. | |||
Opvolger | Stephen Ailes | |||
onderminister van Defensie | ||||
Aangetreden | 1964 | |||
Einde termijn | 1967 | |||
President | Lyndon B. Johnson | |||
Voorganger | Roswell Gilpatric | |||
Opvolger | Paul H. Nitze | |||
|
Cyrus Roberts Vance (Clarksburg, 27 maart 1917 – New York, 12 januari 2002) was een Amerikaans politicus en diplomaat.
Van 5 juni 1962 tot 20 september 1964 was Vance onderminister van Landmacht in het Kabinet-Kennedy.
Van 1977 tot 1980 was hij minister van Buitenlandse Zaken onder president Jimmy Carter. Hij speelde een belangrijke rol bij Carters beslissing om het Panamakanaal terug te geven aan Panama en bij het Camp Davidakkoord tussen Israël en Egypte. In april 1980 trad hij af uit protest tegen Operatie Eagle Claw, een geheime missie om Amerikaanse gijzelaars in Iran te bevrijden.
Vance keerde weer terug in zijn beroep van advocaat bij Simpson Thacher & Bartlett. In de jaren tachtig en negentig werd herhaaldelijk een beroep op hem gedaan voor diplomatieke missies in Bosnië, Kroatië en Zuid-Afrika.
Hij leed geruime tijd aan alzheimer en overleed op 84-jarige leeftijd. Vance werd begraven op Arlington National Cemetery.