Dacentrurus Status: Uitgestorven, als fossiel bekend Fossiel voorkomen: Midden- tot Laat-Jura | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Dacentrurus Lucas, 1902 | |||||||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||||||
Omosaurus armatus Owen, 1875 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op ![]() | |||||||||||||||||
Dacentrurus op ![]() | |||||||||||||||||
|
Dacentrurus[1][2] is een geslacht van uitgestorven plantenetende ornithischische dinosauriërs, behorend tot de groep van de Stegosauria, dat tijdens Laat-Jura leefde in het gebied van het huidige Europa.
Het eerste fossiel van Dacentrurus werd in 1874 in Engeland gevonden. Het werd in 1875 benoemd als de typesoort Omosaurus armatus. In 1902 bleek dat de naam Omosaurus al eerder gebruikt was voor een krokodilachtige en kreeg het geslacht de nieuwe naam Dacentrurus, wat zoiets als 'staart vol punten' betekent. Na Dacentrurus armatus zijn nog eens zeven soorten in het geslacht benoemd, maar de meeste wetenschappers denken tegenwoordig dat alleen D. armatus geldig is. Gelijksoortige vondsten uit Frankrijk, Portugal en Spanje behoren vermoedelijk toe aan verwante andere soorten die meestal nog geen eigen geslachtsnaam hebben gekregen. Het grootste deel van het skelet van D. armatus is onbekend en daardoor is nog veel onzeker over zijn bouw.
Dacentrurus werd ongeveer acht meter lang en vijf ton zwaar. Hij had zeer brede heupen en een grote buikholte om planten te verteren. De achterpoten waren recht en nogal kort. De voorpoten werden meer naar achteren gebogen gehouden en waren tamelijk lang. Op de staart stond minstens één paar stekels die gebruikt konden worden om roofdieren af te weren. Op de nek stonden kleine stompe beenplaten. Wat er op de rug stond, is onbekend en ook hoe de kop eruitzag.