Een deflatie is een waardevermeerdering van het geld en gaat gepaard met een algemene prijsdaling van goederen en diensten in een markteconomie. Bij een langdurige deflatie wordt een volle winkelkar elke dag goedkoper ten opzichte van de dag voordien. Hierdoor wordt het geld in de loop van de tijd meer waard en stijgt de koopkracht.[1] Het nadeel is dat dit op termijn kan leiden tot het uitstellen van bestedingen in de hoop later minder voor te hoeven te betalen. Hierdoor dreigt de economie stil te vallen.[2]
Het heropleven van de inflatie gebeurt via reflatie van de economie. Hiervoor worden economische politieke instrumenten ingezet zoals geldschepping, vermindering van belastingen en het dalen van rentevoeten.[3]
Het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) en nationale centrale banken hebben de taak zich te richten op het handhaven van de prijsstabiliteit om deflatie te voorkomen. Het meten wordt uitgedrukt in een percentage via het inflatiecijfer. Er wordt gestreefd naar de inflatiepercentage van 2% op een middellange termijn.[4] Deflatie is het tegenovergestelde van inflatie en wordt soms ook negatieve inflatie genoemd.[5]
Bij een recessie of een tijdelijke terugval van het inflatiecijfer kan de koopkrachtverhoging wel een positieve effect ondervinden op de consumptie.[2]