De Delf is een, waarschijnlijk voor het jaar 1000 aangelegde, waterweg van Delfzijl ( = zijl in de Delf) naar Winsum. Het is de voorloper van het Damsterdiep en het Winsumerdiep, die oorspronkelijk met elkaar in verbinding stonden.
De Delf had twee functies:
Het eerste gedeelte is het huidige Damsterdiep van Delfzijl (waar de Delf later met zijlen werd afgesloten) door Appingedam tot Winneweer. Van daar volgde het een gedeelte van de nu praktisch verzande Fivel en liep het langs de Delleweg. Dit gedeelte is nog nauwelijks herkenbaar. Delle is een variant van Delf.
In Appingedam maakte men in 1470 onderscheid tussen het gebied boven den Deel off Delff (ten zuiden van de Delf) en dat buten den Deel (ten noorden van de Delf), dat niet op de Delf afwaterde. De Solwerderstraat heette in 1468 de Buten Delvestraten.
De naam Delf komt van 'graven, delven', Oudfries delva of dela.[1] Het Rudolfsboek uit de 13e eeuw stelt uitdrukkelijk dat het verboden is de kustverdediging door dytze jefte dele (door dijken te maken of te delven).
Er zijn meer watergangen met deze naam, zoals de Delf in de stad Emden. Ook de stad Delft dankt zijn naam aan een dergelijk water.