Een depositogarantiestelsel (DGS), kortweg de depositogarantie, biedt een bepaalde bescherming voor de tegoeden van de rekeninghouders als een bank failliet gaat. Alle lidstaten van de Europese Unie hebben op de een of andere manier een depositogarantiestelsel, om te voldoen aan Europese richtlijnen.[1]
Het Nederlandse depositogarantiestelsel is geregeld in de Wet op het financieel toezicht, die op 1 januari 2007 van kracht werd, en het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft, § 6.4[2]. In België is een soortgelijke regeling van toepassing. Deze regeling wordt uitgevoerd door het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten.[3]