De doelverdedig(st)er, doelman, doelvrouw of keep(st)er is bij voetbal de speler die moet voorkomen dat de bal in het doel terechtkomt. Elk team stelt één keeper op, die binnen het strafschopgebied de bal met de hand mag spelen. Daarom blijft de keeper gewoonlijk in of rond dat gebied.
In de ontwikkeling van het spel is het verschil tussen keepers en veldspelers groter geworden. In de 19e eeuw, toen voetbal zich nog aan het afsplitsen was van rugby, mochten alle spelers de bal met de hand spelen en verwees de aanduiding keeper meer naar de veldpositie en vaardigheid met de handen dan naar de reglementen, zie het kopje Regelwijzigingen. Een andere belangrijke ontwikkeling is het beperken van de terugspeelbal op de keeper in 1992 om het spel sneller en minder defensief te maken.