Dorestad | ||||
---|---|---|---|---|
Dorestad in vroegmiddeleeuws Nederland | ||||
Situering | ||||
Coördinaten | 51° 59′ NB, 5° 20′ OL | |||
|
Dorestad was in de middeleeuwen een belangrijke en succesvolle interregionale handelsplaats.[1][2] De bloeitijd was van het einde van de 7e tot het midden van de 9e eeuw. De plaats was gelegen op de plek waar later Wijk bij Duurstede zou ontstaan,[3] bij de splitsing van de rivier de Rijn en de Lek. Er waren daar overblijfselen van een voormalig Romeins castellum. Dorestad zou zijn bestaan vooral hebben ontleend aan de langeafstands- en regionale handel.[4] Het wordt verder wel beschouwd als een plaats waar uitwisseling plaatsvond tussen christelijke Franken en niet-christelijke Friezen en Vikingen.[5]
Aan het einde van de 7e eeuw werd Dorestad omschreven als patria Frigonum/Frixonum, dus liggende in het land der Friezen.[6] Het was in zijn bestaan tot aan het begin van de 8e eeuw[7] vaak de inzet in de oorlog tussen de Friezen en de Franken (zie ook de slag bij Dorestad). Rond 719 kwam Dorestad in de strijd tussen de Friezen en Franken definitief in Frankische handen door Karel Martel. In circa 840 droeg Lotharius I Dorestad over aan de Deense broers Rorik en Harald. Rond het midden van de 9e eeuw raakte Dorestad in verval.
Het inwonertal van Dorestad tijdens zijn bloeitijd wordt op een paar duizend mensen geschat.[8]