Het Duitse idealisme is een filosofische stroming uit de geschiedenis van de moderne filosofie. De stroming is ontstaan in Duitsland in de late 18e en vroege 19e eeuw. Het Duitse idealisme is nauw verbonden met de Romantiek en met de revolutionaire ideeën van de Verlichting en vindt zijn oorsprong in het werk van Immanuel Kant. Ze kwam echter pas tot haar bekende vorm in het werk van Fichte, Schelling en Hegel. Andere filosofen die nauw met deze stroming worden geassocieerd zijn Jacobi, Reinhold en de theoloog Schleiermacher.
Het Duitse idealisme gaat ervan uit dat inzicht en veranderingen eerst op het niveau van de ideeën moeten plaats hebben. In haar vroege vorm, onder meer bij Kant en Fichte, draait het rond de stelling dat het het menselijke verstand en de menselijke rede zijn die de werkelijkheid structuur geven. In haar latere fase, bij Schelling en Hegel, is de centrale stelling dat deze rede zich ook doorheen de hele werkelijkheid, de natuur en de geschiedenis, voltrekt. De 'Duitse idealisten' werkten samen aan een basis voor een systematische eenheid van de verzamelde kennis. Zij worden daardoor ook weleens de laatste grote systeemfilosofen genoemd.